September 2022
Prinsjesdag 2022 – plannen/gevolgen voor vastgoed
Traditiegetrouw vond er op de 3e dinsdag in september Prinsjesdag plaats. Wat zijn de plannen uit de Miljoenennota voor de vastgoedsector?
Plannen voor wonen en bouwen
Meer betaalbare woningen
Er is veel vraag naar betaalbare woningen, maar de bouw daarvan loopt achter. Het kabinet maakt daarom vanaf 2023, 10 jaar lang € 100 miljoen vrij voor de Woningbouwimpuls. Dit extra geld gaat naar gemeenten om sneller nieuwe woningen te bouwen voor veel verschillende doelgroepen. In 2022 ging hier al € 250 miljoen naartoe. Voor investeringen in betaalbare woningen is bijna € 11 miljard beschikbaar.
Huurverlaging inkomens onder sociaal minimum
Huurders met een laag inkomen krijgen vanaf 1 juli 2023 huurverlaging. Gemiddeld gaat hun huur dan met € 57 per maand omlaag. De huurverlaging geldt voor huurders met een sociale huurwoning en een inkomen onder 120% van het sociaal minimum. Lees meer informatie over bedragen van het sociaal minimum vanaf 1 juli 2022.
Extra geld voor verduurzamen woningen van huishoudens
Het kabinet maakt in 2023 en 2024 in totaal € 300 miljoen vrij voor het Nationaal Isolatieprogramma. Dat is een meerjarig programma om woningen beter te isoleren.Door het extra geld kunnen meer huishoudens hun woning energiezuiniger maken (verduurzamen). En zo besparen op hun energiekosten.
Stijging van huurtoeslag
De huurtoeslag gaat vanaf januari 2023 omhoog met € 16,94 per maand. Het kabinet maakt hier jaarlijks € 325 miljoen voor vrij. De stijging van de huurtoeslag moet huishoudens met een laag inkomen extra steun geven in dure tijden.
Versnelling flexwoningen
In 2023 moeten er 15.000 zogenoemde flex- en transformatiewoningen komen. Flexwoningen zijn volwaardige woningen die in de fabriek worden gemaakt. Daardoor zijn ze in verhouding snel gebouwd. Voor het versnellen van de tijdelijke huisvesting is € 380 miljoen extra beschikbaar. Het Rijk (Rijksvastgoedbedrijf) verbouwt bestaande gebouwen, zoals leegstaande kantoren en zorgvastgoed, tot tijdelijke woningen voor lokale spoedzoekers. Zoals vergunninghouders en vluchtelingen uit Oekraïne.
Maatregelen verbetering koopkracht alle huishoudens
Energiebelasting
Alle huishoudens gaan minder energiebelasting betalen. In de energiebelasting worden huishoudens tegemoetgekomen via de belastingvermindering en via lagere tarieven. De energiebelasting op gas daalt met 6,31 cent/m3 en op elektriciteit met 7,06 cent/kWh. De btw-verlaging uit 2022 wordt niet doorgezet, maar de verlaging van de accijns op benzine (22,46 cent per liter) en diesel (15,48 cent per liter) blijft bestaan.
Daarnaast is € 700 miljoen gereserveerd voor een gerichte verlaging van de energierekening van huishoudens met een laag inkomen en een hoog verbruik. Gezamenlijk kosten de maatregelen gericht op energie en brandstof € 6,7 miljard.
Verduurzaming van de energie-intensieve industrie
De energie-intensieve industrie staat voor grote veranderingen. De sector moet CO2-neutraal, schoon en circulair worden. Het kabinet stimuleert deze transitie onder meer door via wet- en regelgeving normen op te leggen voor de maximale uitstoot. En door een deel van de kosten van de schade door uitstoot bij de veroorzaker ervan te verhalen. Voorbeelden hiervan zijn:
- aanscherping van de CO2-heffing;
- invoering van een CO2-minimumprijs;
- aanpassing van de energiebelasting en opslag duurzame energie- en klimaattransitie.
Stimuleren van verduurzaming en afspraken met grootste uitstoters
Om verduurzaming van deze sector te versnellen, zet het kabinet onder andere subsidieregelingen in voor bedrijven die graag willen verduurzamen. Ook wil het kabinet maatwerkafspraken maken met de 20 grootste uitstoters van broeikasgassen. Deze afspraken gaan bijvoorbeeld over hoe deze bedrijven het best kunnen verduurzamen, langjarig investeren in Nederland en de kwaliteit van de leefomgeving.
Investeringen in schone energie en klimaatneutraliteit
Het kabinet wil meer doen om de klimaatdoelen van 2030 (55% minder CO2-uitstoot) en 2050 (klimaatneutraal) te halen. Ook wil Nederland minder afhankelijk worden van gas uit Rusland. Zonder dat er een tekort aan gas ontstaat.
Om deze doelen te behalen, neemt het kabinet de volgende maatregelen:
- Oprichten van en investeren in het Klimaatfonds. Via dit fonds kan het kabinet uitgaven doen die nodig zijn om de klimaatdoelen te behalen. Bijvoorbeeld investeren in vergroening van de industrie, verduurzaming of de bouw van nieuwe kerncentrales. Hiervoor is de komende 10 jaar € 35 miljard beschikbaar.
- Extra windparken op de Noordzee. Het kabinet wijst 3 nieuwe gebieden voor windparken op zee aan. Samen met 2 al eerder aangewezen gebieden, komt het totaal op 5 nieuwe windparken. Door deze 5 parken is er in 2030 10,7 gigawatt extra aan windenergie. Dit is 2 keer zoveel als alle Nederlandse huishoudens jaarlijks samen gebruiken. De totale capaciteit aan windenergie in 2030 is hierdoor 21 gigawatt. Windenergie op zee is daarmee in 2030 de grootste Nederlandse bron van elektriciteit. Het kabinet heeft voor dit project € 1,69 miljard uit het Klimaatfonds ingezet. Dit geld gaat onder meer naar veiligheid van de scheepvaart en versterking en bescherming van het Noordzee-ecosysteem.
- Meer bedrijven moeten vanaf 2023 voldoen aan de energiebesparingsplicht. Vooral grote energiegebruikers. Waaronder bedrijven die deelnemen aan het Europese systeem voor emissiehandel (EU-ETS). De energiebesparingsplicht verplicht bedrijven alle energiebesparende maatregelen te nemen met een terugverdientijd van 5 jaar of minder. Ook verscherpt het kabinet het toezicht hierop.
Versterken van economische groei
Het kabinet wil de groei van de Nederlandse economie stimuleren en grote vraagstukken van deze tijd oplossen, zoals de energietransitie. Onder meer door te investeren in het Nationaal Groeifonds en het Actieplan Groene en Digitale banen.
Het Nationaal Groeifonds (€ 1,6 miljard)
Dit fonds investeert in grootschalige projecten voor duurzame economische groei op de langere termijn. Het gaat hierbij om investeringen voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie (R&D en Innovatie) en voor Kennisontwikkeling. Op deze 2 terreinen is volgens het kabinet de meeste kans aanwezig voor structurele en duurzame economische groei.
Het Actieplan Groene en Digitale banen
Met dit plan wil het kabinet het tekort aan technici en ICT’ers terugdringen. Deze vakmensen zijn hard nodig voor technische (groene) en digitale banen die essentieel zijn om Nederland klimaatneutraal en digitaal klaar voor de toekomst te maken. Het Actieplan moet er onder meer toe leiden dat meer jongeren voor technisch onderwijs kiezen. Ook moet het versnippering tegengaan van diverse initiatieven in regio’s, bedrijfssectoren en onderwijsinstellingen om het probleem aan te pakken.
Bron: https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/prinsjesdag